Concert voor clarinetten en strijkorkest opus 82
By Géza Frid
Details
Allegretto risoluto
Andante cantabile
Allegretto pesante
Piano reduction exists (NMI 304/086-1)
Program note: De vier soorten klarinetten, namelijk de a-, bes-, es- en bas-klarinet bevatten tezamen een grote verscheidenheid aan omvang en karakter. Zij vormen een veel gebruikt bestanddeel van het huidige orkest, waarin zij meestal elk door afzonderlijke blazers worden bespeeld, soms echter ook twee door één speler. Naar mijn weten heeft tot nog toe geen enkele componist het gewaagd, en zeker niet in een solistisch werk, om de vier klarinetten door één enkele solist te laten klinken. Dat ik het in dit werk toch aandurf, komt door het huidige hoge ontwikkelingspeil van het klarinetspel en door het voorhanden-zijn van een aantal voortreffelijk geschoolde instrumentalisten in Nederland.
Het ligt voor de hand, dat de twee hoofdinstrumenten, de a- en bes-klarinet, in dit Concert voor klarinetten en strijkorkest de voornaamste rol is toebedeeld. In het eerste der drie delen (Allegro risoluto) - een hoofdvorm met een korte introductie en een ingelaste cadens voor het slot - wordt alleen de a-klarinet gebruikt. Ook in het langzame tweede deel (Andante cantabile), een driedelige liedvorm, voorafgegaan door een inleiding van de violen, blijft de a-klarinet aan het woord, totdat hij aan het eind van dit deel plaats maakt voor de bas-klarinet, die de cantilena van het begin in diepere regionen gaat voortzetten.
Het derde deel (Allegretto pesante) is het meest ingewikkelde van het Concert, zowel wat vormgeving als het gebruik van de vier instrumenten betreft. Bij de expositie der twee themagroepen wordt de bes-klarinet geblazen. In het tweede thema, waarin de strijkers allerlei contrapuntische grepen vertonen, speelt het solo-instrument slechts een ondergeschikte rol. Maar wanneer de strijkers een pizzicato-fuga inzetten, komt de es-klarinet hen met zijn schrille arabesken van repliek dienen, waarna reminiscenties aan de eerste twee delen volgen, respectievelijk door a- en bas-klarinet geassisteerd. Het werk wordt besloten door een kort fugato, waarin de bes-klarinet het laatste woord heeft.
De in de cadens gebruikte 'tremolo speciale' is een uitvinding van George Pieterson. - GEZA FRID